Dag 10: Naar de Grand Canyon.

We zitten niet zo ver af van Flagstaff. Ik denk zo’n 40 km. Maar de weg erheen bevat haarspeldbochten die worden afgeraden voor RV’s van 30 voet en langer. De onze is 29,9 en ik voel me zeker geen ervaren RV Driver. We rijden daarom terug naar Sedona en vandaar naar de snelweg. Iemand die naar de TomTom luistert legt dan 20 km af. Ik meende het echter beter te weten en dacht alleen maar rechtdoor te moeten. Helaas we hebben geen 20 maar 40 km gereden. Vandaar moeten we nog 60 km over de snelweg om in Flagstaff te komen.

Het plaatsje Flagstaff hebben we uitgebreid bekeken. 140  jaar geleden woonden hier de goudzoekers en toen de spoorweg werd aangelegd werd het een handelsstadje. In een kroegje ging het er erg levendig aan toe. Wat bleek: Er werd gekeken naar de Finale Real Madrid tegen Liverpool. In de winter wordt in dit gebied veel geskied. We hebben in een restaurant vol met wintersportattributen koffie gedronken en wederom een hamburger verorberd.

Daarna op weg voor de laatste 80 km naar de Grand Canyon. Er staat heel veel wind en de camper is best een windvanger, zeker als je door zo’n reuzevrachtwagen wordt ingehaald. Bij een Shell-tankstation heb ik daarom nog een anderhalf uur geslapen.

Om half 6 arriveren we in het park. Wat een drukte!! Het lijkt wel een tolstation op een Franse autoweg. 5 rijen naast elkaar. We vinden uiteindelijk vlug onze camperplek. Een zogenaamd full-hookup plaats. Dat wil zeggen eigen aansluiting voor water, elektriciteit en afvalwater. Maar geen internet en geen ontvangst voor de mobiele telefoon. Ik had eerlijk gezegd verwacht dat dat in 2022 wel geregeld zou zijn. Op de grote doorgaande wegen is het wel goed geregeld.

Na een voortreffelijke door Hannie bereidde Mexicaanse maaltijd maken we nog een wandeling naar het informatiecentrum en kopen we originele souvenirtjes voor de kleinkinderen.

Om half 9 is het aardedonker en zie ik een sterrenhemel die ik nog niet eerder gezien heb. De dubbele hoeveelheid sterren van Jashuatree. Wat is dat genieten. Dat wordt vannacht nog wel een keertje opstaan. Maar wat staat ons morgen te wachten? We hebben geen idee. Wat we om ons heen zien is alleen maar bos. We laten ons morgen maar verrassen.