yellowstone

Yellowstone dag drie

Op aanraden van de ranger op tijd op weg voor een rustige hike. Nu aan de zuidkant van de canyon.

Het eerste gedeelte was langs de canyon rand, het bordje: pas op ,niet te dicht langs de rand wegens afbrokkelen bezorgde ons al zweethanden. Het volgende stuk, van de canyon weg, een volgend bordje: verboden voor groepen van minder dan 3 personen want berengebied bezorgde ons klotsende oksels.  Luid zingend en klappend gingen we verder. Oei, bomen over het pad. Ik eronder door, Rob en Anne erover. Met als gevolg een gescheurde broek van Anne. Helaas had ze die dag er 1 van mij aan. Volgend stuk. Thermaal gebied. Volgend waarschuwingsbordje: ga vooral niet van het pad af, levensgevaarlijk. Geen probleem dachten we. Wij verder langs dit bijzonder uitgestorven gebied.

Gaan we de bocht om blijkt er een grote stierenbison midden op onze pad te staan. Deze mag je vooral niet benaderen hadden we op eerdere bordjes gelezen. Gewacht, gewacht maar toen wandelde hij langzaam over het pad onze richting uit. Toen was het kiezen uit 2 kwaden. We hebben een omtrekkende beweging gemaakt over de witte droge aardkorst. Volgens Robbie konden we hier verdwijnen in de krochten van de aarde. Deze opmerking stelde ons gerust, maar niet heus. Gelukkig zagen we toen mensen lopen (de eerste op deze hike) en konden we onze richting bepalen. Zo konden we onze wandeling rustig verder gaan, tot de volgende bizon. Nu gelukkig op een soort van alpenweide, dus mogelijkheid genoeg om er rond te gaan. Na drie uur waren we terug op de parking. Wat kan wandelen toch lekker ontspannen zijn. In de auto verder naar Cody, stad van Buffalo Bill. Dit was een cowboystadje vol met toeristenwinkels met cowboys en indianenspullen. Wat zou Jo het hier leuk gevonden hebben. Onderweg nog een paar coyotes en een grijze wolf gezien. We zijn ook nog gestopt bij de modder vulkanen, weer met een bijzonder stukje rijtje schuiven van toeristen. Daar lag een bizon te herkauwen naast een modderpoel. Die zag er wel lief en benaderbaar uit J.