Yosemite NP
Door Angenis en Greet -
24-09-2013 04:46
Yosemite National Park is weeeereldberoemd. En dus drukbezocht;
goed voor zo’n drie miljoen bezoekers per jaar, en daar waren wij
er twee dagen twee van. Eerst vanaf Mariposa wel een aardig ritje
met de auto: 43 mijl tot de ingang. En dan ben je er nog niet,
welnee, het is hier ook groot dus je rijdt weer een tijdje voordat
je op de grootste monoliet ter wereld ‘stuit’: El Capitan. En iets
verder naar rechts zie je nog zo’n brok graniet: the Half Dome.
Niet dat die rots een stuk kwijt is, hij is gewoon half geboren.
Weer iets heel anders dan alle andere rotsen die we tot nu toe
gezien hebben. Een eldorado voor bergbeklimmers en andere
rotsgekken. Tegen de wand van El Capitan hing zondag een geel bivak
van zo’n klimmalloot en maandag zagen we er een paar omhoog
klauteren. Je kunt maar een hobby hebben. Ook de rest van de
omgeving is niet wat we gewend zijn: GROEN. Waar water is, is
leven. Wat nog het meest verbaasd, is de geur die hier je neus
binnenkomt; dennengroen. Kruidig en fris, ongekend! En gelukkig
geen brandlucht, want de grote bosbrand is nog steeds niet helemaal
geblust en kan bij een zuidenwind nog goed te ruiken zijn. Wij
begonnen zondag onze Yosemite-experience met een korte wandeling
naar de Bridalveil Fall, aardig maar niet écht spectacu. Dat is in
het voorjaar hier wel anders. Een stevige klimpartij over een
geasfalteerd pad leidde ons en vele anderen bijna in file naar een
wat grotere waterval: the Vernal Fall. Mooi, maar wil je echt wat
zien, dan moet je nog effe flink doorlopen, of eigenlijk flink
klimmen. Ook over kunstig aangelegde trappen van behoorlijke
rotsblokken. Moet een hels karwei geweest zijn om zo’n trappetje
aan te leggen. In veel nationale parken werd dat trouwens als
‘werkverschaffing’ gedaan tijdens de crisisjaren. Goed, die
waterval van dichtbij bleken drie stroompjes te zijn die van 97
meter hoogte naar beneden stortten. Met donderend geraas
natuurlijk. Het opspattende water zorgde voor mooie prisma’s en een
kleine regenboog in het zonlicht. Als je er dan toch bent, ga je
ook letterlijk voor het ultieme: de top. Nog flink klimmen en
zweten, en dan staat er een hek en kun je niet echt bij de stroom
de diepte inkijken. Logisch, je moet immers niet net als het water
naar beneden donderen… Even op een groot rotsblok uitgerust met
zicht op de Nevada Fall in de verte, voordat we de lange,
inspannende afdaling begonnen. Dat dalen is niks, vooral op steile
geasfalteerde stukken. De knietjes hè, de knietjes; alsof de
patella’s eraf kunnen schieten. Maandag was het veel te mooi weer
om in de auto te zitten. Dus in plaats van de Tioga pas te rijden
vandaag nog een wandeling gemaakt. Vanaf het Ahwahnee hotel uit
1927, dat is gebouwd voor toen $ 1.250.000(!) en waar dan ook
alleen maar de rijken der aarde logeren, naar Mirror Lake gelopen
via een ezelpaadje waar we alleen vier andere wandelaars tegen
kwamen. En een stuk of 16 muilezels en een paard. Vergeet vooral de
duizenden muggen en strontvliegen niet… Mirror Lake is alleen in
het vroege voorjaar een meertje, de rest van het jaar staat het
droog. Een seasonal lake noemen ze dat hier. Ook hebben we de
Stellar’s Jay ontmoet, het grotere broertje van de Blue Jay. En nog
wat andere vogeltjes, een eendje en een hagedis met een blauwe
borst. En weer niet die ratelslang en beer waar iedereen het
telkens over heeft. Op de terugweg nog even naar het museum in
Mariposa geweest. Het was helaas al dicht, maar buiten stonden ook
veel werktuigen die gebruikt zijn bij het zoeken naar goud. Nu
eerst de zooi inpakken, want morgen gaan we naar San Francisco.
Yoho!
Je kunt alleen reageren op dit bericht als je bent ingelogd.
Reacties
Annemiek 25-09-2013 10:49 {{button-18253}}
GEWELDIG om te lezen wat jullie allemaal al gezien en beleefd hebben.
Wat een indrukken allemaal.
In 2000 (lang geleden) heb ik een soortgelijke reis gemaakt maar ik moet zeggen ik beleef het nu weer helemaal, prachtig!
Goed reis verder en veel plezier!!!