Death Valley

Door Corien en Jan - 13-05-2010 03:21

Ha lezers,

 Het is vandaag 11 mei en we vertrekken ’s morgens om een uur of negen uit Las Vegas richting Death Valley. Genoeg van de drukte, op weg naar de hitte van Death Valley.

 Vlak voordat we Death Valley inrijden, tanken we benzine in Pahrump. In Death Valley zijn welgeteld twee benzinestations maar die zijn naar verwachting duur. En dat klopt. Per gallon (3 liter) blijkt de benzine in Death Valley een dollar duurder te zijn. En omdat de brandstofkosten toch de grootste rib uit onze lijf zijn deze reis (we hopen dat we het redden met 1000 euro wat betreft de benzine) proberen we de kosten  nog wel een beetje in de hand te houden.

Casino en goktenten blijk  je ook buiten Las Vegas nog wel tegen te komen. Het benzinestation in Pahrump (120 km van Las Vegas) maakte deel uit van een gokcomplex.

                                       

     

 

En dan rijden we Death Valley binnen. Van de camperverhuurder mag je maar tot half juni door Death Valley reizen vanwege de hitte. Al met al valt het mee, hoewel het wel veel warmer is dan rond Las Vegas waar het heel hard waaide en daardoor best wel fris was. In Death Valley groeit weinig. Het is een soort duinlandschap maar dan niet begroeid en met veel kleurverschillen onderling. Hoewel een foto het slecht kan overbrengen, hier toch een poging

                                                       

 

Aangekomen in Death Valley, zoeken we eerst een plekje op Furnace Greek, een camping van het National Park. Er is een selfservice systeem waarbij een ticket uit een automaat getrokken moet worden dat betaald kan worden met je creditcard. Het is de bedoeling om dit ticket aan een klemmetje aan het paaltje van je plaats te hangen. Het is zinderend heet in de zon en snel zoeken we een plekje onder de bomen om wat bij te komen.

 Na de wat verlate lunch – in gezelschap van een eekhoorntje –

                                                                                       

 

stappen we weer in de camper om Death Valley te verkennen. We brengen een bezoek aan Badwater, dat 85,5  meter onder de zeespiegel ligt en daarmee het laagste punt van Amerika is. Het bestaat uit de overblijfselen van een oorspronkelijk zout meer, waarvan alleen een dikke, witte zoutlaag is overgebleven. Surrealistisch om te zien, maar door de scherpe witte kleur van het zout in het felle zonlicht, hou ik er wel een hoofdpijn aan over.


 

Daarna lopen we een korte trail en bekijken we de zonsondergang bij Zabriski point, waar je een mooi uitzicht hebt over Death Valley. Omdat we het anders qua tijd niet halen, zetten we de camper op de parkeerplaats van Zabriski point, kook ik wat te eten en eten dat, nadat de zon is ondergegaan en de foto’s zijn gemaakt, alsnog op. Het ware camperleven. Overal ben je self supporting.

 

                                                 

 

Morgen rijden we nog langs wat andere mooie plekken in Death Valley en rijden dan door naar de westkant van Sequoia National Park (daar staat de grootste boom ter wereld de zgn. General Sherman Tree, 84 meter hoog. Het is een flinke rit en zijn denk ik pas tegen de avond op de camping. Deze heeft wel weer Internet, hoewel het altijd spannend is of dat een beetje werkt.

Je kunt alleen reageren op dit bericht als je bent ingelogd.
Voorpret-alarm! Reizigers vertellen reizigers, campers (truck-camper & C-25) & presentaties
Kom 23 of 24 maart naar de Reizigersbeurs
Kom naar een infodag met special guests, zoals Travel Texas en indianen.
Meld je gratis aan