Grand Canyon
Door familie Reinbergen - 09-08-2010 07:48On the road van Palm Springs naar
de Grand Canyon. Eindeloos lange kaarsrechte wegen door een droog
en heet landschap. Kale bergketens aan alle kanten met mooie namen
als Eagle Mountain en Chocolate Mnts. Het “wilde westen”. Op de
kaart staan her en der verschillende indianenreservaten aangegeven,
Apache, Hopi, oorspronkelijke bewoners van dit gebied. Tegenwoordig
wonen deze mensen in armoedige trailerparken in hun reservaten.
Onderweg Joshuatree’s en Yuca’s. Zo’n beetje de enige planten die
hier willen groeien. We komen langs het enorme Havasu-lake waar
speedboten met super snelheden mogen varen. Na ongeveer 400
kilometer zie je het landschap veranderen: groener en koeler.
Kuddes zwarte koeien en schapen. Het besturen van de camper is
trouwens een hele klus, het stuurt “zwabbert” en de wegen zijn vaak
slecht onderhouden. De hellingen op giert de automatische
versnelling zo heftig, dat ik steeds denk dat de motor het gaat
begeven. Regelmatig suizen de Peterbilts en Macks ons met gemak
voorbij. Maar we hebben gelukkig een hele bekwame chauffeur (nee,
Job mag nog niet : )
In Tusayan vlak voor de ingang
van National Park Grand Canyon parkeren we op de camping. Na een
maaltijdsalade voor mij en een vette hap voor de mannen bij de Mac
gaan we eerst maar eens de Imax-film bekijken over de vroegste
bewoners en de eerste ontdekkingsreisigers van de Canyon. Duurt een
½ uur en zeer de moeite waard. Daarna nog een tijdje staan turen
naar de intense flonkerende sterrenhemel en jawel, daar flitst een
prachtige vallende ster. Boris en ik zagen ‘m, dus we hebben in
stilte een wens gedaan. Behoorlijk koud ’s nachts hier, dus
vannacht hebben de slaapzakken wel nodig.
Vandaag, (zondag) al vroeg met de
shuttlebos het park ingegaan. Gewandeld langs de South-Rim. Het
uitzicht over de Canyon is overweldigend. Echt waanzinnig mooi.
Heel ver in de diepte zie je steeds een stukje van de Colorado (=
rode rivier) en stukjes trail, waarlangs je met een permission in 1
dag kunt afdalen naar beneden, daar kamperen en weer terug. Zo’n
permit moet je uiterlijk 4 maanden voordat je wilt gaan aanvragen.
Dit om overmoedige hikers en te veel drukte beneden te weren.
Maar boven langs de Rim wandelen
is al mooi genoeg. Voor Amerikaanse begrippen is het vrij druk in
het park, maar als je iets verder doorloopt, heb je een heel
traject voor je alleen. Bij de beroemde Brigth Angel Lodge zit ik
op een muurtje en opeens klimt er zo’n kleine squirl op schoot. Hij
begint driftig in mijn broekzakken te zoeken naar eetbaars en als
ik ‘m een aaitje over zijn schattige koppie wil geven zet ie heel
venijnig z’n tandjes in mijn vinger. Bij een jongetje even
verderop, doet een andere eekhoorn een aanval op het ijshoorntje en
een andere grist een broodje voor iemands neus weg. Erg
grappig.
p.s. een helicoptertocht
doen we toch maar niet: de prijs is inmiddels opgelopen tot $
270,00 p.p.
Later stoppen we met de camper
nog bij een view point, hier is het uitzicht nog mooier en
grootser. Als mens voel je je opeens heel erg klein. Langs het pad
zien J en T een ratelslang, een kleintje weliswaar, maar toch. Er
staat hier ook een bord: Warning : snakes and lizzards.
Eind van de middag zijn we naar
Monument Valley gereden. Onderweg weer een verbazingwekkend
landschap. Dan weer roze even later rode steen en dan weer
grijs. We komen in Hopi- en later in Navajo-gebied.. Monument
Valley is in de verte al herkenbaar aan enorme rechthoekige rode
rotsformaties. Het lijken net reusachtige kathedralen. Heel mooi.
We zijn nu op de camping in Gouldner midden in Monument Valley. De
staat is Utah, thuisbasis van de Mormonen. En het is hier een uur
later dan in California en Arizona. Nog even naar de prachtige
sterrenhemel kijken en dan slapen.
On the road van Palm Springs naar
de Grand Canyon. Eindeloos lange kaarsrechte wegen door een droog
en heet landschap. Kale bergketens aan alle kanten met mooie namen
als Eagle Mountain en Chocolate Mnts. Het “wilde westen”. Op de
kaart staan her en der verschillende indianenreservaten aangegeven,
Apache, Hopi, oorspronkelijke bewoners van dit gebied. Tegenwoordig
wonen deze mensen in armoedige trailerparken in hun reservaten.
Onderweg Joshuatree’s en Yuca’s. Zo’n beetje de enige planten die
hier willen groeien. We komen langs het enorme Havasu-lake waar
speedboten met super snelheden mogen varen. Na ongeveer 400
kilometer zie je het landschap veranderen: groener en koeler.
Kuddes zwarte koeien en schapen. Het besturen van de camper is
trouwens een hele klus, het stuurt “zwabbert” en de wegen zijn vaak
slecht onderhouden. De hellingen op giert de automatische
versnelling zo heftig, dat ik steeds denk dat de motor het gaat
begeven. Regelmatig suizen de Peterbilts en Macks ons met gemak
voorbij. Maar we hebben gelukkig een hele bekwame chauffeur (nee,
Job mag nog niet : )
In Tusayan vlak voor de ingang
van National Park Grand Canyon parkeren we op de camping. Na een
maaltijdsalade voor mij en een vette hap voor de mannen bij de Mac
gaan we eerst maar eens de Imax-film bekijken over de vroegste
bewoners en de eerste ontdekkingsreisigers van de Canyon. Duurt een
½ uur en zeer de moeite waard. Daarna nog een tijdje staan turen
naar de intense flonkerende sterrenhemel en jawel, daar flitst een
prachtige vallende ster. Boris en ik zagen ‘m, dus we hebben in
stilte een wens gedaan. Behoorlijk koud ’s nachts hier, dus
vannacht hebben de slaapzakken wel nodig.
Vandaag, (zondag) al vroeg met de
shuttlebos het park ingegaan. Gewandeld langs de South-Rim. Het
uitzicht over de Canyon is overweldigend. Echt waanzinnig mooi.
Heel ver in de diepte zie je steeds een stukje van de Colorado (=
rode rivier) en stukjes trail, waarlangs je met een permission in 1
dag kunt afdalen naar beneden, daar kamperen en weer terug. Zo’n
permit moet je uiterlijk 4 maanden voordat je wilt gaan aanvragen.
Dit om overmoedige hikers en te veel drukte beneden te weren.
Maar boven langs de Rim wandelen
is al mooi genoeg. Voor Amerikaanse begrippen is het vrij druk in
het park, maar als je iets verder doorloopt, heb je een heel
traject voor je alleen. Bij de beroemde Brigth Angel Lodge zit ik
op een muurtje en opeens klimt er zo’n kleine squirl op schoot. Hij
begint driftig in mijn broekzakken te zoeken naar eetbaars en als
ik ‘m een aaitje over zijn schattige koppie wil geven zet ie heel
venijnig z’n tandjes in mijn vinger. Bij een jongetje even
verderop, doet een andere eekhoorn een aanval op het ijshoorntje en
een andere grist een broodje voor iemands neus weg. Erg
grappig.
p.s. een helicoptertocht
doen we toch maar niet: de prijs is inmiddels opgelopen tot $
270,00 p.p.
Later stoppen we met de camper
nog bij een view point, hier is het uitzicht nog mooier en
grootser. Als mens voel je je opeens heel erg klein. Langs het pad
zien J en T een ratelslang, een kleintje weliswaar, maar toch. Er
staat hier ook een bord: Warning : snakes and lizzards.
Eind van de middag zijn we naar
Monument Valley gereden. Onderweg weer een verbazingwekkend
landschap. Dan weer roze even later rode steen en dan weer
grijs. We komen in Hopi- en later in Navajo-gebied.. Monument
Valley is in de verte al herkenbaar aan enorme rechthoekige rode
rotsformaties. Het lijken net reusachtige kathedralen. Heel mooi.
We zijn nu op de camping in Gouldner midden in Monument Valley. De
staat is Utah, thuisbasis van de Mormonen. En het is hier een uur
later dan in California en Arizona. Nog even naar de prachtige
sterrenhemel kijken en dan slapen.
On the road van Palm Springs naar
de Grand Canyon. Eindeloos lange kaarsrechte wegen door een droog
en heet landschap. Kale bergketens aan alle kanten met mooie namen
als Eagle Mountain en Chocolate Mnts. Het “wilde westen”. Op de
kaart staan her en der verschillende indianenreservaten aangegeven,
Apache, Hopi, oorspronkelijke bewoners van dit gebied. Tegenwoordig
wonen deze mensen in armoedige trailerparken in hun reservaten.
Onderweg Joshuatree’s en Yuca’s. Zo’n beetje de enige planten die
hier willen groeien. We komen langs het enorme Havasu-lake waar
speedboten met super snelheden mogen varen. Na ongeveer 400
kilometer zie je het landschap veranderen: groener en koeler.
Kuddes zwarte koeien en schapen. Het besturen van de camper is
trouwens een hele klus, het stuurt “zwabbert” en de wegen zijn vaak
slecht onderhouden. De hellingen op giert de automatische
versnelling zo heftig, dat ik steeds denk dat de motor het gaat
begeven. Regelmatig suizen de Peterbilts en Macks ons met gemak
voorbij. Maar we hebben gelukkig een hele bekwame chauffeur (nee,
Job mag nog niet : )
In Tusayan vlak voor de ingang
van National Park Grand Canyon parkeren we op de camping. Na een
maaltijdsalade voor mij en een vette hap voor de mannen bij de Mac
gaan we eerst maar eens de Imax-film bekijken over de vroegste
bewoners en de eerste ontdekkingsreisigers van de Canyon. Duurt een
½ uur en zeer de moeite waard. Daarna nog een tijdje staan turen
naar de intense flonkerende sterrenhemel en jawel, daar flitst een
prachtige vallende ster. Boris en ik zagen ‘m, dus we hebben in
stilte een wens gedaan. Behoorlij