USA 2008 Camper vanaf Fabriek3 (Elkhart In. naar Custer S.Dakota)
Door Familie Mochel - 05-08-2008 19:287 april, Camper
ophalen in Middlebury (Indiana) en overnachting op de KOA
Campground.
Het ontbijt
is ruim voorzien. Behalve brood en zoet beleg, kan je ook nog
kiezen uit kaas, cerials, melk, jus d’orange, meer dan genoeg
koffie en gebak.
Ik verkies
wat boter, jam en een grote bak koffie mee te nemen naar de kamer,
waar ik nog wat glutenvrije broodjes heb liggen.
Nadat ik dat
verorberd heb, probeer ik Bob te bellen. Dat lukt van geen kant.
Marjanne loopt naar de receptie en vraagt wat ze moet doen om een
lokaal nummer te bellen en komt terug met het nummer van de
plaatselijke legale Cab Co.
Met de
aanwijzingen van de receptioniste probeert ze nog eens Bob te
bereiken, wat weer mislukt.
Dan belt ze
de legale. Ze spreekt 12.00 uur af.
Het is nu
half 10 en dus hebben we tijd zat om buiten het terrein te
verkennen.
Verstoken
van voldoende cash en niet zeker wetende of de Cab wel een
creditcard machine aan boord heeft, besluiten we eerst flappen te
gaan tappen.
Een bank met
een drive-inn ATM, zal toch ook wel een walk-inn ATM
hebben?
Nee
dus.
We sluiten
braaf aan, buiten, achter een reeds pinnende Buick, om, zodra deze
gereed is, naar de machine te lopen.
Voor
Amerikaanse begrippen moet dit heel maf uitzien. Te voet door een
drive-inn ATM.
Tsja, nood
breekt wetten.
We stoppen
onze pinpas (Maestro pas, dus niet de creditcard, da’s n.l. heel
duur pinnen) in de gleuf, toetsen op de gewenste taal, vervolgens
op ‘withdrawl’ (letterlijk onttrekken), op biljetsoort en op
‘OK’ Dan nemen we de biljetten met de pas en de ‘receipt’ uit
het apparaat. Vervolgens lopen we door, want achter ons wacht een
volgende gebruiker, zoals gebruikelijk met auto.
Iets
verderop langs de provinciale weg ontwaart Marjanne een filiaal van
Burger King, haar studentenbaan werkgever. Na San Francisco, wil ze
ook hier wel eens het interieur bekijken.
En de
bedrijfskleding.
En het
menubord met de prijzen.
Daarna maak
ik nog wat filmopnames van de typische en drukke plattelands
kruising van belangrijke state en county roads.
De rest van
de wachttijd op de taxi brengen we door op onze kamer, Marjanne met
studeren, Marion lezend en ik met het schrijven aan mijn
reisdagboek.
Om half
twaalf verschijnt een verre van nieuwe, licht met donker, blauwe
Ford Crown Victoria V-8, die wordt bestuurd door een struise en
hartelijke plattelandsblondine.
Een taxi met
taxibordje, waarop de naam ‘Grant Cab. Co.’ prijkt. De carrosserie
heeft ook reclame uitingen, maar die zijn hetzij door vervaging,
hetzij door roestvorming, grotendeels onleesbaar.
We checken
uit, leveren de electronische ID sleutels in, proppen de koffers
achter in de, met een LPG-tank gevulde, kofferbak van de Crown
Victoria en stappen in.
Marjanne
geeft nogmaals het adres op, ondanks dat dat bij reservering van de
rit ook al had opgegeven. ‘423 N Main St. Middlebury’.
De
chauffeuse, een meer dan gezellige, nieuwsgierige en informatieve
kwebbel, kent Middlebury, weet ook dat daar een Main Street is, die
loopt door het gehele gehucht van noord naar zuid, maar van de
camperfabriek van Coachmen aldaar heeft ze nog nooit
gehoord.
Ze gokt dat
de route via de tolweg de kortste zal blijken.
De tolweg
begint namelijk zo’n 1 ½ Km rechts van het motel en heeft 20Km
verderop een afrit aan de rand van Middlebury.
Op North
Main Street, rechts van de afrit ligt een KOA (Kampground Of
America).
Da’s goed om
te weten.
Onze
chauffeuse volgt N Main meer dan 5Km
Dan plots
rechts reclame voor Coachmen boven een toegangspoort.
Marion ziet
links tegenover de poort een ‘Health Food Store’ en ook dat is goed
om te weten.
Tja, en dan
sta je met een taxi op het terrein van Coachmen en dan weet je nog
niet waar naar toe. Want er is geen camper te
bekennen.
Onze
chauffeuse stelt voor om achter een deur met ‘Office’ op de ruit,
informatie in te winnen en voegt woord bij daad. Ik loop
mee.
“Is it
for ‘Road Bear”, vraagt een typemiep, hetgeen ik
bevestig.
“Buiten
1ste weg rechts, dan weer de 1ste weg rechts
en dan de bordjes ‘Road Bear’ volgen.
Tsjee dit
Coachmen fabrieksterrein is groter dan menig Nederlands
industrieterrein.
Na 2X rechts
en 3 ‘Road Bear’ bordjes, ontwaren we rechts achter een
voetbalveldgrote loods, misschien wel 100 campers. Allen van het
type class C motorhomes (camper met slaapdeel boven de bestuurder),
de ene helft met Chevrolet, de andere helft met Ford carrosserie.
Vanaf 23 tot 32 voet, kleur wit en ofwel met blauwe ofwel met
bordeaux rode striping.
We
watertanden.
Marjanne
rekent af bij de taxi chauffeuse. $ 43,00 inclusief de kosten van
de tolweg. En die bedroegen zowaar 75c.
Marion
bewaakt de bagage. Marjanne en ik gaan ons direct
melden.
“Hadden wij
u niet pas om half 2 verwacht?, klinkt het in een met zwaar Duits
accent doorspekt, verder goed verzorgd Engels.
Wij knikken
devoot. Niets helpt om ons eerder aan de beurt te laten
zijn.
Half 2 is
half 2. En geen minuut eerder.
Dus rest ons
niets anders dan buiten in het lentezonnetje te kijken naar
anderen, die eerder aan de beurt waren en die hun camper al aan het
inruimen zijn.
En naar
anderen die, zodra de eerste anderen zijn vertrokken, hun
voorgereden mobiel krijgen uitgelegd, waarna zij beginnen met
inruimen.
Een tafereel
dat zich zo ongeveer om het half uur herhaalt. Steeds met andere
acteurs en steeds met andere RV’s.
Tot half
twee, dan mogen wij opdraven.
Marjanne en
ik hebben al stoelen in beslag genomen in het provis