1968: Moord op Martin Luther King

Martin Luther King, Jr. was een mensenrechtenactivist die opkwam voor de rechten van de zwarte bevolking in Noord-Amerika. Hij vergaarde beroemdheid door vreedzame protesten te organiseren, zoals de Montgomery Bus Boycott in Montgomery, Alabama. Ook gaf King veel speeches. ‘I Have a Dream’, gehouden op de trappen van het Lincoln Memorial tijdens de March on Washington, is de beroemdste. In 1964 ontving hij voor zijn inzet op het gebied van mensenrechten de Nobelprijs voor de Vrede. Op 4 april 1968 werd Martin Luther King vermoord toen hij op het balkon van het Lorraine Motel in Memphis, Tennessee stond.

De jeugd van MLK

Martin Luther King, jr. werd op 15 januari 1929 in Atlanta, Georgia geboren, waar zijn grootvader en later zijn vader pastoor waren van de Ebenezer Baptist Church. Zelf assisteerde hij zijn vader als co-pastoor. Op zijn vijftiende rondde Martin de high school af en op zijn negentiende ontving hij een diploma van het Morehouse College. Hij kwam al vroeg in aanraking met de heersende rassenscheiding en ongelijke rechten van blanken en zwarten. Het Morehouse College was, net als de andere onderwijsinstellingen die hij bezocht, alleen toegankelijk voor zwarte studenten. Martin Luther King besloot verder te studeren en rondde in 1953 een studie theologie af aan de Boston University. In Boston ontmoette hij zijn vrouw Coretta Scott, met wie hij drie kinderen kreeg. King begon in 1954 als pastoor bij de Dexter Avenue Baptist Church in Montgomery, Alabama.

Martin Luther King

Activisme

King was in 1955 al lid van de National Association for the Advancement of Colored People. Hij werd bekend als leider van de eerste vreedzame demonstratie van gekleurde burgers in hun strijd om gelijke burgerrechten. Rosa Parks, een zwarte vrouw uit Montgomery, weigerde in 1955 haar zitplaats in een bus af te staan aan een blanke en werd hiervoor gearresteerd. In reactie daarop riep King op tot een boycot van het openbaar vervoer. Deze vreedzame demonstratie hield meer dan een jaar aan en ging de geschiedenis in als de Montgomery Bus Boycott. De boycot leidde ertoe dat het hooggerechtshof van de Verenigde Staten in december 1956 de segregatiewet voor bussen afschafte en zwarten en dat blanken vrije plaatskeuze kregen. Tijdens de boycot ontving King zijn eerste doodsbedreigingen en overleefde hij een bomaanslag op zijn huis. Ondertussen groeide hij uit tot een groot voorbeeld en leider in de strijd om burgerrechten. Zo zat hij de Southern Christian Leadership Conference voor. Het doel van deze organisatie was om een nieuw leiderschap te vormen voor de opkomende burgerrechtenbeweging. De idealen leende de organisatie van het christendom, maar de methoden ontleende King aan Gandhi: geweldloos protest. Tussen 1957 en 1968 reisde King heel de wereld over om toespraken te geven op plaatsen waar de mensenrechten in het geding waren. In Washington hield hij in 1963 zijn beroemde toespraak ‘I Have a Dream’, op de trappen van het Lincoln Memorial. Hij pleitte voor het vreedzaam samenleven van blanken en zwarten. De redevoering was onderdeel van de March on Washington, een vreedzame protestmars waaraan ongeveer 250.000 mensen deelnamen.

Civil Rights March

De gevolgen van Kings activisme

King werd tijdens zijn leven zeker twintig keer gearresteerd en minstens vier keer persoonlijk aangevallen. Zijn acties hadden echter wel succes. In 1964 ontving King als jongste persoon ooit de Nobelprijs voor de Vrede. Hij kondigde aan dat hij het prijzengeld zou gebruiken voor de burgerrechtenbeweging. King sprak met toenmalig president John F. Kennedy en zijn opvolger Lyndon B. Jonhson over zijn idealen. Lyndon B. Johnson ondertekende op 6 augustus 1965 de ‘Voting Rights Bill’ (die de zwarte bevolking stemrecht gaf) en willigde daarmee een aantal van Kings eisen betreffende gelijke burgerrechten in.

Martin Luther King

De moord

Op 3 april 1968 reisde Martin Luther King af naar Memphis. Hij kwam later aan dan gepland, vanwege een dreigende aanslag op het vliegtuig waarmee hij zou vliegen. In Memphis zou hij een protestmars van Afro-Amerikaanse afvalwerkers leiden, die protesteerden tegen ongelijke lonen en slechte arbeidsomstandigheden. Op 3 april gaf hij een toespraak, die zijn laatste bleek te zijn. In de toespraak, die de titel ‘I’ve Been to the Mountaintop’ kreeg, refereerde hij aan de dreiging van een dag eerder en benoemde hij de mogelijkheid van een vroegtijdige dood: ‘And then I got to Memphis. And some began to say the threats, or talk about the threats that were out. What would happen to me from some of our sick white brothers? Well, I don't know what will happen now. We've got some difficult days ahead. But it doesn't really matter with me now. Because I've been to the mountain top.’.

De volgende dag, op donderdag 4 april 1968, stond Martin Luther King rond 18:00 ’s avonds op het balkon van het Lorraine Motel. Eén enkele kogel trof hem in zijn nek en verwondde hem dodelijk. De kogel werd afgevuurd vanuit een gebouw aan de andere kant van de straat. De blanke dader, James Earl Ray, werd twee maanden later gearresteerd op het vliegveld van London en uitgeleverd aan de Verenigde Staten. Op 10 maart 1969 bevond men hem schuldig aan moord en werd hij veroordeeld tot 99 jaar gevangenisstraf. Later trok hij zijn bekentenis in en claimde slechts een kleine speler in een groot complot te zijn. Zijn vraag naar een nieuw proces werd niet gehonoreerd en Ray stierf in 1998 op 70-jarige leeftijd in de staatsgevangenis van Tennessee. Toch had Ray de steun van enkele familieleden van King, die geloofden dat de regering van de Verenigde Staten betrokken was bij de dood. In 2000 volgde een onderzoek door het Amerikaanse Department of Justice, maar hieruit kwam geen bewijs voor een complot naar voren.

Lorraine Motel Martin Luther King

Na de moord

In de jaren voorafgaand aan de moord had Martin Luther King al meerdere doodsbedreigingen ontvangen. Na de moord op John F. Kennedy in 1963 zei hij tegen zijn vrouw Coretta: ‘This is what is going to happen to me also. I keep telling you, this is a sick society.’. De moord op King leidde tot onrust in heel Noord-Amerika. In honderd steden braken rellen uit en vonden ongeregeldheden plaats. President Lyndon B. Johnson kondigde op 7 april een dag van nationale rouw af. Driehonderdduizend mensen waren op 9 april 1968 aanwezig op de begrafenis van King in Atlanta. In 1980 werd zijn lichaam verplaatst naar een andere plek in Atlanta, naar de net opgerichte Martin Luther King, Jr. National Historic Site. Op deze historische plek staan onder andere het geboortehuis van Martin Luther King en de Ebenezer Baptist Church, waar hij en zijn vader ooit predikten. Het Lorraine Motel in Memphis is nu de plaats van het National Civil Rights Museum. Hier wordt door middel van permanente en tijdelijke exposities aandacht besteed aan de moord op Martin Luther King en aan de strijd voor de burgerrechten.

Standbeeld Martin Luther King
1964: Civil Rights Act1969: De VS bombarderen Laos en Cambodja

Voorpret-alarm! Reizigers vertellen reizigers, campers (truck-camper & C-25) & presentaties
Kom 23 of 24 maart naar de Reizigersbeurs
Kom naar een infodag met special guests, zoals Travel Texas en indianen.
Meld je gratis aan