7x Provincial Parks

Dat de dinosaurus is uitgestorven, zou je in Dinosaur Provincial Park haast vergeten. In dit park zijn zo veel botten en fossielen gevonden dat je er een levendig beeld krijgt van ruim vijfendertig dinosaurussoorten! Denk maar aan de Ceratops of Tyrannosaurus. De skeletten kun je bekijken in het Royal Tyrrell Museum in Drumheller. In het Provincial Park kun je met een gids een van de opgravingen bezoeken en zelf naar botten speuren. Ook kun je een van de vijf wandelroutes volgen door graslanden en de kale, rotsachtige badlands.

Een liefhebber van kanoën word je vanzelf in Algonquin Provincial Park. Algonquin is rijk aan waterwegen die je uitnodigen om uren (of zelfs dagen) lang te peddelen. Je kunt op verschillende plekken kano's huren, inclusief een mooie route om het mozaïek aan meren te verkennen. Wie liever met beide benen op de grond blijft, kan terecht op Highway 60. Rijd bij voorkeur rond zonsopkomst of -ondergang, dan is de kans groot dat je elanden langs of op de weg ziet!

Mount Robson ligt in de schaduw van zijn buurman Jasper National Park. Niet letterlijk gelukkig, want met 3.954 meter is Mount Robson de hoogste bergpiek van de Canadese Rockies. Dit provinciale park herbergt duizenden hectares vol besneeuwde bergtoppen, steile kloven, gletsjermeren en snelstromende rivieren. Je verkent de natuur via een van de wandelpaden, bijvoorbeeld naar de Overlander of Rearguard Falls. Ook het fonkelende Kinney Lake nodigt uit om je wandelschoenen aan te trekken. De wandelroutes in Mount Robson Provincial Park variëren in lengte van vier tot zesenzestig(!) kilometer.

Als je na Algonquin de (peddel)slag te pakken hebt, kun je ook in Killarney Provincial Park je kano te water laten. Hoewel Killarney grotendeels uit wildernis bestaat, is het Provincial Park goed toegankelijk. Wie geen waterrat is, kan terecht op een van de wandelroutes. Hike door moerasland met beverdammen of naar de top van Killerney Ridge. Je moet wel stevige schoenen aantrekken en een beetje van klimmen en klauteren houden: het terrein is rotsachtig en oneffen, waardoor je al gauw een paar uur zoet bent.

Leg een provinciaal park op de overgang tussen de natte kustgebieden en het droge binnenlandse plateau en je krijgt een gevarieerde flora en fauna. Naast heldere meren, bossen, kale bergpieken en -weides vol wilde bloemen vind je in Manning Provincial Park sporen van de Similkameen-indianen. De grootste publiekstrekker zijn de Lighting Lakes, een serie meren met glansrijke namen als Flash, Strike en Thunder. Je kunt er kanoën en wandelen – ook als je geen getraind Vierdaagsewandelaar bent.

Met ruim 80.000 vierkante meter is Lake Superior het grootste zoetwatermeer ter wereld. Het grenst ook aan Ontario en de Amerikaanse staten Wisconsin en Michigan. Het ruige Provincial Park in Ontario bestaat uit bossen, een rotsachtige kustlijn en zandstranden. Tussen april en juni heb je grote kans om elanden te zien. Je verkent Lake Superior via de Trans-Canada Highway. Aan de weg liggen picknickplaatsen en uitkijkpunten.

De weg van Whistler naar Vancouver voert je langs de grens van Garibaldi Provincial Park. Garibaldi bestaat uit vijf regio's met elk een eigen ingang en een netwerk aan wandelroutes. Het hart van het Provincial Park is – de naam verklapt het al – Garibaldi Lake. Dit fonkelblauwe meer heeft wat weg van Maligne Lake in Jasper National Park. Klein nadeel: de wandelroute ernaartoe duurt circa drieënhalf uur. Enkele reis. Maar foto's kijken kan gelukkig altijd.